tedvanlieshout.nu

schrijver, dichter, beeldend kunstenaar

Verdwenen geur

with 3 comments

Ik ben tegen het verbod op woorden. Laatst gebruikte ik het woord ‘gastarbeider’, toen ik een verhaal vertelde dat zich afspeelde in de beginjaren zeventig. Dat woord mag ik niet gebruiken, vonden enkele relatief jonge toehoorders. Anderen vonden dat ik dat juist wel moest doen omdat men in die tijd nu eenmaal sprak van ‘gastarbeiders’. Dat woord werd destijds gedicteerd door de overheid en het was de gebruikelijke term voor mensen uit het buitenland die hier het werk kwamen doen waar Nederlanders geen zin in hadden. Dat dat aanvankelijk vooral Spanjaarden waren, weet bijna niemand meer, behalve natuurlijk mensen van boven de zestig. – En daar zit ook een beetje het probleem dat ik met het taboe op woorden heb: door bepaalde woorden weg te filteren uit het verleden, verander je dat verleden. – Als je nu ‘gastarbeider’ vervangt door ‘werknemer met een migratie-achtergrond’, dan zijn er nog genoeg mensen die weten dat er iets niet klopt, maar over vijftig jaar weet niemand dat meer en is het “de waarheid” geworden.

Dat is eigenlijk terzijde, want ik wil het over iets anders hebben dat zelfs onherroepelijk uit de geschiedenis verdwijnt. Geur. Mensen van mijn generatie weten nog wel hoe verschrikkelijk “wij” mensen vonden ruiken die knoflook gegeten hadden. Knoflook werd rond 1970 vrijwel uitsluitend door mensen uit het buitenland gegeten en raakte mede in zwang doordat de belangstelling voor buitenlandse keukens in opkomst was (wie kent de bistro nog, het eten van een houten plankje, de visnetten aan het plafonds, de flessen in manden, enzovoort?). De enige oplossing om niet over je nek te gaan van de stank van iemand die knoflook gegeten had, was het dan zelf ook maar te eten. En zo werd knoflook populair, óók doordat de geur eruit geteeld werd. Tegenwoordig ruik je knoflook nauwelijks meer. 

In de zeventiger jaren, ik kan wel vertellen hoe het was, ontmoette ik een leuke Algerijnse man met wie ik wel wilde zoenen en eventueel trouwen, maar hij stonk zo erg naar knoflook dat ik op een meter afstand moest blijven staan, dus van zelfs een kortstondig wisselend contact kon absoluut geen sprake zijn, laat staan van eeuwige trouw. En zo maakte een geur die verdwenen is een einde aan mijn droom om de gang naar het altaar te maken.

Volgende keer antwoord op de vraag wat een altaar ook alweer was.

Written by Ted

29 januari 2023 bij 07:07

Geplaatst in Diversen

3 Reacties

Subscribe to comments with RSS.

  1. ik kom uit de IJmond, waar bijna iedereen bij de hoogovens (nu Tatasteel) werkte en daar kwamen inderdaad veel spanjaarden, maar ook italianen wonen. In eerste instantie alleen mannen, die vaak in een soort pensions (of ‘op kamers’ woonden. Later kwamen de vrouwen en kinderen erbij.

    oehoeboeroe

    29 januari 2023 at 21:42

    • Wij hadden om de hoek een “Spanjaardenkamp”.

      Ted

      29 januari 2023 at 22:02

      • wij hadden een spaans gezin naast ons. Zij hadden een gehandicapt kind en derhalve recht op een huis. En inderdaad, ik ben 60+

        oehoeboeroe

        29 januari 2023 at 22:06


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: