Frank Volmer van de STER: met zo’n spotje kan je een transgender kind ook weerbaar maken tegen dit soort tegenkrachten.
Wat hiervóór gebeurde, lees je hier.
Eigenlijk was ik niet van plan om er verder op in te gaan, maar ik doe het toch. Reacties van twee mannen blijven in mijn hoofd rondspoken. De eerste is van Hugo, die reageerde op Twitter.
Hij stelt dat het onverantwoordelijk is om mensen van zestien jaar of jonger te laten beslissen over hun gender. Maar daar ligt eigenlijk de crux. Iederéén beslist over zijn gender, maar niet iedereen is zich ervan bewust. Als een jongen opgroeit en zich vertrouwd voelt met zijn geslachtskenmerken, heeft hij geen behoefte aan meerdere opties. Zijn gender valt samen met hoe hij zich voelt en dus besluit hij om niet in actie te komen. Ook Hugo heeft, zonder er bij stil te staan, ooit de keuze gemaakt voor zijn gender.
Voor kinderen die merken dat hun innerlijke ik niet in overeenstemming is met hun uiterlijke ik, dringt die keuze zich in alle hevigheid op. Ze hebben te maken met een dubbele ontkenning van zichzelf. Om nog even terug te gaan naar Hugo: die groeide op, zag in de spiegel dat hij een jongen was en dacht: ‘Hé, dat klopt helemaal met hoe ik me voel!’ Hij kon dat dubbelchecken: ‘Hm, ik voel me een jongen. Klopt dat eigenlijk met hoe mijn lichaam eruitziet? Ja!’
Bij transgender kinderen gaat het om een dubbele ontkenning: als ze van binnen naar buiten kijken, dan zien ze dat hun lichaam niet correspondeert met wie ze van binnen zijn; kijken ze van buiten naar binnen, dan zien ze dat hun innerlijk niet correspondeert met dat uiterlijk.
Het is begrijpelijk dat Hugo dat niet snapt, omdat hij met zijn dubbele bevestiging ver af staat van iemand die te maken heeft met een dubbele ontkenning, maar het is wel verwijtbaar dat hij denkt dat zijn eigen positie en de daarmee samenhangende uiting van beperkte kennis over een onderwerp hetzelfde is als kritiek.
Ik kan dat Hugo nog wel vergeven, omdat hij natuurlijk gerust een mening mag hebben. Ik heb meer moeite met de directeur van de STER, Frank Volmer, die de steeds maar herhaalde reclameboodschappen op de radio aldus verdedigde: ‘Met zo’n spotje kan je een kind ook weerbaar maken tegen dit soort tegenkrachten.’
Wat de baas van de STER hiermee suggereert, is dat transgender kinderen maar wat flinker moeten zijn en niet zo moeten zeuren over het feit dat ze er anders uitzien dan ze zich voelen. Zie daar de dubbele ontkenning van transgender kinderen in het kwadraat.
Volmer had eerlijk moeten zeggen dat de STER zendtijd verkoopt aan iedereen die voor veel geld een mening wil verkondigen, of dat nou een laag-bij-de-grondse mening is of een nobele. Mensen die een andere mening zijn toegedaan, kunnen ook gerust zendtijd in de STER krijgen, mits ze ervoor betalen. – Meningen tegenover elkaar zetten als verdienmodel; Frank Volmer wrijft zich verrukt in de handen.
je slaat de spijker (weer eens) op z’n kop.
oehoeboeroe
14 februari 2023 at 21:08