tedvanlieshout.nu

schrijver, dichter, beeldend kunstenaar

‘Sorry, maar onze kinderpoëzie moet écht beter’

with one comment

PP2-coverOnze kinderpoëzie moet beter, stelt Thomas de Veen in zijn bespreking ervan op NRC online (26 januari 2017, niet leesbaar voor lezers die geen abonnee zijn). Er is de laatste tien jaar wel goede kinderpoëzie geweest, meent Thomas, maar die komt slechts van enkele gerenommeerde dichters. Nieuw talent is er volgens hem nauwelijks en wat er wel is, vernieuwt de poëzie niet.

Heeft Thomas gelijk? Ja, tot op zekere hoogte heeft hij dat.

Er zijn wel nieuwe dichters, goeie ook, maar ze komen nauwelijks aan de bak, want het aantal uitgeverijen dat investeert in kinder- en jeugdpoëzie is op de vingers van anderhalve hand te tellen.

Uitgeverijen voor volwassenen geven dichtbundels uit omdat ze het hun taak vinden en omdat ze er een min of meer kostendekkende prijs voor kunnen vragen: 19 euro voor een dun, ongeïllustreerd boekje met slappe kaft van 48 pagina’s. Dat kan bij een bundel voor kinderen absoluut niet. Daar moeten tekeningen in, liefst in kleur, liefst harde kaft en gebonden, en dan niet duurder dan een euro of vijftien. Maar bij hoge productiekosten moet de winst komen uit klinkende verkoopcijfers, en die zijn er bij poëzie meestal niet.

Vroeger had je de Zonnewijzerreeks van uitgeverij Holland: eenvoudige bundeltjes met zwartwittekeningen en met mooie poëzie van bijvoorbeeld Leendert Witvliet, Bas Rompa en Fetze Pijlman. Zulke boekwerkjes kúnnen nu niet meer. We zijn zo gewend geraakt aan rijk geïllustreerde bundels, dat dichtwerk in zijn simpelste vorm in de media niet meer wordt opgemerkt. – Ik realiseer me dat ik daar zelf mede aan schuldig ben: ik heb altijd graag gebruikgemaakt van de mogelijkheden die uitgeverij Leopold mij bood om uit te pakken met kunstigheid.

Maar wie kijkt naar 1986, ziet dat mijn eerste bundel aansloot bij wat destijds gangbaar was. Ik zorgde ervoor dat mijn werk verwant was aan de poëzie die er al was om de kans op publicatie zo groot mogelijk te maken.

Zo gaan veel dichters nog steeds te werk: eerst zorg je ervoor dat je gepubliceerd wordt, en als je eenmaal bestáát, ontwikkel je je verder.

En in díé zin is het oordeel van Thomas wat kort door de bocht. Een dichter afrekenen op zijn debuut is prematuur. Helaas krijgen dichters voor de jeugd de kans op een tweede bundel vaak niet. Ik kreeg zelf mijn herkansing doordat mijn debuut een Vlag & Wimpel werd gegund. Als van tegenwoordige dichters hun eersteling niet goed besproken wordt en niet loopt, bijvoorbeeld omdat die te veel lijkt op bestaand werk, wordt de kans op een tweede bundel klein.

Gelukkig zijn­­ er soms nieuwe initiatieven die in ieder geval probéren om iets te doen aan de ontwikkeling van kinder- en jeugdpoëzie. Zelf heb ik Pretpark Poëzie opgezet: gedurende veertien maanden werd een e-magazine van landschappen van de tekenaar Ludwig Volbeda volgebouwd met gedichten. En Stichting Plint – van de poëzieposters – kwam vorig jaar met Dichter, cahiers over een thema, geïllustreerd door steeds een andere illustrator.

Vergeten mag men ook QP niet. Uitgeverij Querido vond het een aantal jaren geleden zo vervelend dat ze niet meer zo maar bundels konden uitgeven, dat Querido’s Poëziespektakel werd bedacht, waarin dichters en illustratoren de ruimte kregen om te experimenteren. Na vijf jaar was de belangstelling vanuit de media alweer opgedroogd en de verkoopcijfers kwijnden. De uitgeverij stopte ermee en een paar jaar was het armoe troef. Toch is Querido vorig en dit jaar weer extra poëzie gaan publiceren.

Welke kant wil Thomas dat het opgaat? Hij geeft in zijn betoog een duidelijke richting aan: This varkentje van Edward van de Vendel, een hilarisch gedicht waarmee Edward zijn perfomancekwaliteiten liet zien tijdens de Nacht van de Poëzie. Inderdaad een glorieus optreden, maar als nieuwe dichters net zo podiumgeniek moeten zijn als Edward, wordt de lat wel erg tússen de benen van nieuw talent gestoken. Bovendien worden dichters voor de jeugd niet zo vaak uitgenodigd bij zulke grote evenementen; de laatste keer dat ik er stond was 22 jaar geleden.

Hoe kunnen we aan de kinderpoëzie de impuls geven die Thomas zo nodig vindt? Wel: NRC Handelsblad kan mij of een ander vragen om een jeugdpoëzie-en-kunstpagina in de krant te beginnen, want érgens moet een podium zijn waar dichters zich kunnen manifesteren zonder dat er meteen een bundel aan vastzit (in mijn tijd was dat De blauw geruite kiel in VN). Op de in de steek gelaten achterpagina van de VPRO-Gids kan ook. Daar kan makkelijk kunst voor kinderen op, want het is er nu dor, leeg, zielig en sneu.

Written by Ted

28 januari 2017 bij 12:23

Geplaatst in Diversen

Eén reactie

Subscribe to comments with RSS.

  1. Dat stuk kan ik gewoon online lezen als ik op de link klik.

    Co

    28 januari 2017 at 17:27


Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.