tedvanlieshout.nu

schrijver, dichter, beeldend kunstenaar

Een dag aan het strand

leave a comment »

Een dag aan het strand is heel leerzaam, mijn kind/voor als je later ’t geluk niet meer vind./Denk dan eens terug aan die dag in de zon/toen je zo druk met je schepje zijn kon.//Je bouwde van zand een reusachtig kasteel./Maar toen kwam de vloed met die golven, te veel…

Dat is een van mijn favoriete teksten, ooit gezongen door Adèle Bloemendaal en geschreven door Hans Dorrestijn. Die tekst viel gisteren in mijn hoofd toen ik met een vriend naar het strand gegaan was. Het was niet bijster mooi weer en het waaide flink, ideaal voor vliegeraars. Een van hen was een verloren ogend jongetje van een jaar of elf wiens vlieger op de grond lag en het leek of hij hem zonder hulp niet meer in de lucht kreeg. Ik vroeg of ik hem kon helpen, raapte de vlieger op en gooide hem in de lucht. Vergeefs. Toen ik het nogmaals wilde proberen, bleek zijn vader schuin achter me te staan en die zei dat ik de vlieger anders moest houden. Toen ging het iets beter, maar uiteindelijk deed vader voor hoe het werkelijk moest. Leuk om te zien, want de wind was zo sterk dat het jochie bijna de lucht in werd getrokken. De vlieger dwaalde af en belandde boven in een mast en terwijl wij doorliepen zag ik dat vader en zoon de vlieger er niet meer uit kregen.

Toen wij alweer op de boulevard stonden ettelijke honderden meters verderop, kwam ik erachter dat ik zowel mijn leesbril als mijn zonnebril verloren was. De leesbril had ik aan een koord om mijn nek gehangen en de zonnebril achter een knoop in mijn hemd gestoken. Allebei weg. Dom vond ik dat van mezelf, want ik had ze even in mijn rugtasje moeten stoppen, maar dat had ik niet gedaan. We liepen terug en vermoedden dat ik beide brillen was verloren tijdens het helpen met de vlieger. De kans was klein dat we nog iets vonden, maar wie niet waagt die niet wint, en toen we terugkwamen bij waar we de vlieger hadden opgelaten, vond de vader van de jongen bijna meteen mijn zonnebril terug in het zand. Jammer dat het niet mijn leesbril was, want die was op sterkte, dus aardig duur, en die zonnebril was hooguit een tientje. Niks aan te doen; het was al een meevaller dat we de zonnebril terug hadden!

We zagen dat de vlieger uit de mast was. Samen met iemand anders hadden vader en zoon de boot waar de mast onderdeel van uitmaakte omgeduwd en zo de vlieger eruit gehaald, vertelden ze. Wij liepen daar de weg omhoog naar de boulevard en plotseling zagen we op de stenen een brillenpootje liggen. Tot mijn stomme verbazing was het het pootje van mijn leesbril; merkwaardig want het stond vast dat ik de bril niet op die plek verloren was. Ik snapte dat de bril totaal verwoest moest zijn en dat het dus geen zin meer had om de rest te zoeken, maar mijn vriend ging toch even rondkijken, want hij redeneerde: die bril is waarschijnlijk verstrikt geraakt in het vliegertouw en door de wind ergens op te pletter geslagen. Als het pootje op die plek was terechtgekomen, dan lag de rest van de bril misschien ook wel in de buurt. Hij ging een stukje verderop zoeken in een klein duingebied en na twee minuten riep hij: ‘Gevonden!’ En ja, hoor: het was het andere pootje van mijn bril met het montuur er nog aan en met nog één glas erin. Het andere glas was verdwenen doordat het montuur daar gebroken was.

De bril is niet meer bruikbaar, maar dat we in zo’n uitgestrekt gebied als een strand met duinen nog zo veel terug gevonden hadden van mijn verloren brillen, vond ik welhaast een wonder.

…Die liet van het bouwwerk, gracht, poort en kanteel,/die liet er geen spaander, geen spaander van heel.//Wat helpt jouw gezwoeg, gezweet en gesjouw?/Eens slecht de zee toch jouw trotse gebouw./Eens maakt de tijd, die is als een vloed/alles stuk, waar je je best zo voor doet.

Written by Ted

14 augustus 2021 bij 07:48

Geplaatst in Diversen

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.