Krimp
Op de witte muur bij mijn moeder (bijna 91) staan streepjes van hoe groot de achterkleinkinderen aan het worden zijn.
Mijn moeder, mijn zus en ik lunchen gezellig met zijn drietjes en ik zeg tegen mijn zus (68) dat mijn moeder denkt dat ze nog steeds 1.70 meter lang is, terwijl ze een stuk kleiner is dan ik en ik onlangs tot de huiveringwekkende ontdekking kwam dat ik nog maar 1.68 meet in plaats van 1.70.
Mijn zus wil onmiddellijk gemeten worden en zij blijkt, tot haar verbijstering, gekrompen tot 1.66. Mijn moeder wil ook gemeten worden. Ze schopt haar schoenen uit en gaat tegen de muur staan. Ik zeg dat ik zo wel kan zien dat ze onder de 1.60 is gezakt, maar ze blijkt toch twee centimeter langer te zijn en kijkt er trots bij.
We zouden met potlood streepjes op de muur kunnen zetten om in het vervolg bij te houden hoe we krimpen, maar we zien er de zin niet van in. We weten ook zonder streepjes op de muur wel dat we langzaam aan het verdwijnen zijn. Dat we er nog zijn, dáár gaat het om.
Klein maar fijn Ted – ik krijg ook meer en meer moeite om iets uit de hoge(re) winkelschappen te pakken.
Wout
7 mei 2023 at 10:37
Gelukkig worden de supermarktmedewerkers steeds langer en die kunnen er goed bij.
Ted
7 mei 2023 at 11:51
Ik kom zelden mensen tegen die kleiner zijn dan ik. Inderdaad, het belangrijkste is dat de er nog zijn.
petrasparkblog
7 mei 2023 at 13:20